Definitie
“Kinderen en jongeren met autismespectrumstoornis (ASS) hebben het moeilijk om met andere mensen om te gaan, ze ondervinden moeilijkheden en beperkingen in de communicatie en ze hebben moeite met verbeelding, waardoor ze stroef denken en handelen”(Vermeulen & Degrieck, 2015).
Peter Vermeulen (2002) zegt dat we naar de binnenkant van het kind moeten kijken. Dit wil zeggen dat we moeten kijken hoe het kind de dingen waarneemt en hoe het dit verwerkt in zijn hersenen. Peeters (1994) vertelt dat de zintuigelijke informatie anders wordt verwerkt bij kinderen met ASS. De kinderen voelen, ruiken, horen en zien alles hetzelfde als wij maar de hersenen verwerken de dingen anders. Kinderen met ASS hebben een verstoorde waarneming en door die verstoorde waarneming gaat het kind soms gedragsproblemen vertonen. Daarom moeten we volgens Peeters (1994) niet het gedrag behandelen, maar we moeten kijken vanuit het ASS (van Soerland & Odolphi, 2016).
Bij deze conclusie past de ijsbergtheorie. Het deel dat boven het water komt is het gedrag dat je ziet en het deel dat onder het water zit is de oorzaak. Voordat je een kind met ASS begeleidt, moet je eerst weten wat ASS is. Als je weet wat het is kan je begrip tonen voor het gedrag. Daarna kan je het kind gaan begeleiden (van Soerland & Odolphi, 2016).

Figuur 1: Ijsbergtheorie (RAAQ, z.d.)
Kenmerken ASS
Er zijn drie basiskenmerken van moeilijkheden en beperkingen bij kinderen met ASS. Dit zijn namelijk: sociale relaties, communicatie en verbeelding. De drie basiskenmerken ook wel genoemd als de ‘triade van Wing’. Deze drie basiskenmerken van moeilijkheden en beperkingen hebben alle mensen met ASS. Bij de ene persoon uit dit zich anders dan bij de andere persoon, ze hebben elk hun eigen persoonlijkheid (van Soerland & Odolphi, 2016; Vermeulen & Degrieck, 2015).
De drie basiskenmerken van moeilijkheden en stoornissen:
- Sociale interactie: hier is het vaak de wederkerigheid die moeilijk is bij kinderen met ASS.
- Communicatie: hier gaat het om zowel de non-verbale als verbale communicatie.
- Verbeelding: hier is het vooral het voorstellingsvermogen en het fantasiespel die moeilijk zijn bij kinderen met ASS.
Bron: (van Soerland & Odolphi, 2016; Vermeulen & Degrieck, 2015)
Gevolg van deze kenmerken is moeilijkheid in denken en handelen: bv. veranderingen, stereotiepe, rituele gedragingen, beperkte en specifieke interesses en activiteiten. Andere problemen zijn: overgevoeligheid aan prikkels, paniekreacties en driftbuien. Het is normaal dat niet alle kenmerken bij elk kind voorkomen (Vermeulen & Degrieck, 2015).
Sociale interactie
Kinderen met ASS willen wel sociaal zijn, maar ze hebben een tekort aan kennis en vaardigheden om zich gemakkelijk te verplaatsen in het sociale leven. Kinderen met ASS willen wel, maar kunnen niet. Contacten leggen met leeftijdsgenoten is moeilijker dan contacten leggen met volwassenen. Volwassenen gaan vaak hun gedrag aanpassen aan het kind en dit maakt het voorspelbaarder voor het kind dan wanneer hij met een leeftijdsgenootje wil samenspelen.
“Wat ASS typeert is niet hoeveel contact een kind neemt (de kwantiteit), maar wel hoe hij met anderen omgaat (kwaliteit)” (Vermeulen & Degrieck, 2015).
Het moeilijkste bij sociale interactie is de wederkerigheid in het contact. Vloeiend heen en weer contact ontbreekt bij een kind met ASS (Vermeulen & Degrieck, 2015).


Communicatie
Hierin heb je ook verschillende vormen van moeilijkheden en problemen. Het is niet omdat jouw kind met ASS kan praten, dat het geen communicatieprobleem heeft. Er zijn kinderen met ASS die nooit tot spraak kunnen komen. Niet alles van communicatie loopt moeilijk bij ieder kind met ASS. Vooral woordenschat en grammatica (de structurele aspecten van de taalontwikkeling) zijn niet altijd een probleem. Er zijn kinderen met ASS die een heel uitgebreide woordenschat hebben. Wat wel moeilijker is voor kinderen met ASS zijn de sociale kanten van taal. De kennis om gesproken taal en lichaamstaal te gebruiken en die taal en lichaamstaal van een ander kunnen omzetten in een betekenis is moeilijk voor kinderen met ASS. Naast de taal en woorden, zijn er ook problemen met zinsmelodie en de intonatie. Het ene kind spreekt heel monotoon en de ander spreekt gewoon maar heeft moeite om de juiste intonatie te vinden. Maar vooral de sociale aspecten van communicatie zijn de moeilijkste bij kinderen met ASS. Ze missen de vaardigheden om taal te begrijpen en te gebruiken in hun sociale omgeving. Communicatie met kinderen met ASS is meestal eenrichtingsverkeer. Ook stellen ze vaak dezelfde vraag opnieuw, al heb je er al een antwoord op gegeven. De stijl van praten is ook niet altijd aangepast aan de omgeving. De inhoud en vormgeving kunnen kinderen met ASS moeilijk aanpassen aan hun gesprekspartner. Soms vergeten ze essentiële informatie te vermelden in hun verhaal (Vermeulen & Degrieck, 2015).
Verbeelding
“Veel kinderen met ASS komen niet tot fantasiespel en hun spel beperkt zich tot onmiddellijke, zintuiglijke, zich steeds herhalende handelingen met speelgoed (zoals aan wieltjes van auto’s draaien of speeltjes op een rijtje zetten) of een strikt mechanisch functioneel spel (zoals dingen in elkaar en uit elkaar halen, zonder echt een spel te ontwikkelen)” (Vermeulen & Degrieck, 2015).
Sommige kinderen met ASS komen wel tot verbeeldend spel, maar later dan leeftijdsgenootjes. Ze bootsen dan ook na wat andere kinderen doen of wat ze op televisie hebben gezien. Hun vrije verbeelding blijft beperkt. Kinderen met ASS komen meestal tot spel na instructie van een volwassene. Als kinderen met ASS op hun eentje fantasiespel kunnen spelen, slagen ze er niet in om mee te spelen met het fantasiespel van een ander kind (Vermeulen & Degrieck, 2015).
Verbeelding is niet alleen fantasiespel, maar ook om dingen meer te zien dan er te zien is en om meer te horen dan er te horen is. Kinderen met ASS zijn ook minder creatief. Als ze tekenen gaan ze realistische dingen tekenen. Als ze dieren of mensen tekenen dan is dit een afbeelding voor hen, er zit geen verhaal achter. Ze gaan soms ook fantasiebeelden tekenen, maar dit is enkel als ze die gezien hebben op televisie. Het verbeeldingsvermogen van kinderen met ASS is heel concreet. Kinderen met ASS kunnen zich dingen voorstellen van wat er is, maar ze kunnen zich geen dingen voorstellen van wat er niet is of wat nog moet komen. Kiezen is ook moeilijk voor kinderen met ASS, zeker zonder waarneming. Als ze iets moeten kiezen is het beter om het visueel en concreet voor te stellen (Vermeulen & Degrieck, 2015).


Verschillen
Er zijn heel wat verschillen tussen kinderen met ASS. Geen enkel kind met ASS is hetzelfde. Er is heel veel diversiteit in de wereld van ASS. Daarom hebben wetenschappers en professionelen deze diversiteit proberen te benoemen in verschillende benamingen. Er zijn er veel die zeggen dat er vele vormen van ASS zijn, maar niemand is ooit in staat geweest om die vele vormen te onderscheiden van elkaar. Je spreekt niet van vormen maar van ‘ASS’. De problemen van ASS worden wel in verschillende criteria’s geplaatst. Er worden drie gradaties van ernst onderscheiden: niveau 1: ondersteuning nodig/ niveau 2: substantiële ondersteuning nodig / niveau 3: zeer substantiële hulp nodig (Vermeulen & Degrieck, 2015).
Maak jouw eigen website met JouwWeb